donderdag 26 januari 2012

Oh Polsko, Joachim Robbrecht



Wat een idee: na de Poolse loodgieters en schilders/behangers worden Poolse acteurs uitgenodigd. In deze tijden van cultuurbarbarisme is dat toch ook véél goedkoper, en met een advertentie bij Albert Hein zijn de wervingskosten minimaal.


Déze gastarbeiders, Cezary en Agata, die uiteraard zelf geen geschiedenis in asperges en aardbeien hebben, kunnen onderhoudend een persoonlijk verhaal vertellen, over de achtergronden van arbeidsmigratie: vertrekbevorderende factoren en aantrekkingskrachten.


Het stuk krijgt structuur door het schema van "De meiden" van Jean Genet te gebruiken. Daarvan heb ik onthouden dat je heel goed moet nadenken voordat je de kassa die je uitbetaalt onklaar maakt /een kopje vergiftigde thee aanbiedt. Maar ik weet nu toch niet of de citaten (?) uit Les Bonnes, in het Pools, in een belegen taalgebruik boventiteld, iets meer bijdragen dan vermakelijke onderbrekingen. De parallel met Genet, als de buitenstaander die vraagtekens zet bij onze samenleving, is onmiskenbaar.

Gelukkig zijn er zo nu en dan mensen die echt of gespeeld duiken in de andere kant van onze maatschappij en dan ziet onze gelukkige Hollandse tuin er heel anders uit dan we dachten of hoopten.

Al met al was dit wel een voorstelling voor mij, verbazend, schokkend en krachtig neergezet. Met een uurtje was het bekeken: ik had echt het idee dat de voorstelling langer duurde en dat was beslist niet uit verveling, integendeel. Bovendien werd er door het publiek na afloop soms fel gediscussieerd. De boodschap was dan misschien niet bij ieder overgekomen maar zeker wel aangekomen.


donderdag 5 januari 2012

Philippe Claudel, Het kleine meisje van meneer Linh



Het wordt altijd weer ochtend
Het wordt altijd weer licht
Er komt altijd weer een dag
En ooit zul jij moeder zijn...


Van Philippe Claudel heb ik de aandoenlijke film "Il y a longtemps que je t'aime" gezien: spannend en aandoenlijk van begin tot eind omdat de maker erin slaagt een groot geheim tot het eind te bewaren en dat op een natuurlijke manier.


Ik wist niet dat Claudel ook, eigenlijk in de eerste plaats, romanschrijver was. Van Mieke kreeg ik "Het kleine meisje van meneer Linh" te leen/lezen en dat was een goed advies.



Een vondst is werkelijk dat de hoofdpersonen slechts twee woorden in elkaars taal (Frans en Khmer) kennen: "Goede Dag" en dat het kleine meisje (vertaald) "Zoete Morgen" heet en dat spreek je dan weer uit als "sans Dieu", Sang Diû...


In deze roman óók een geheim dat hier niet helemaal tot het eind bewaard kan worden. Dat wordt ruimschoots goedgemaakt door andere thema's als (woordeloze) vriendschap, een veteraan die eindelijk een verleden kan verwerken, de opvang van vluchtelingen, en de toestand van onze psychiatrie (vooral ook voor buitenlanders met wie communicatie zo goed als onmogelijk is).


Wij hebben Mauro, en wij hebben allen meneer Linh: aandoenlijk en helaas ook realistisch... van god los.